
maartje in gashouder canta
recensie transmedia Canta Ballet
De dans van de Canta
Misschien wel de meest indrukwekkende presentatie van de dag, is die van Maartje Nevejan. Nevejan is een theater- en documentairemaakster die in haar werk steeds probeert om twee totaal verschillende groepen bij elkaar te brengen. Zo bracht ze in het project couscous & cola kinderen uit het Westen en het Midden-Oosten samen via film en een online community om elkaar vragen te stellen en te leren van elkaars levens.
Haar transmediale project ‘Het Nationale Canta ballet’ begon met een droom van dansende Canta’s, de knalrode, typisch Nederlandse autootjes voor mensen met een lichamelijke beperking. Nevejan ontdekte een levendige Canta- community in Nederland, en via een toevallige ontmoeting met een producent van Het Nationale Ballet ontstond het idee voor een balletvoorstelling waarin klassieke balletdanseres samen zouden optreden met Canta eigenaren, en hun Canta’s. Tijdens het maakproces van deze enorme voorstelling ontstonden er steeds meer transmediale elementen, zoals een radiodocumentaire, een televisieserie over het maakproces, en een boek, geschreven vanuit het perspectief van een Canta eigenaar.
Het Nationale Canta Ballet’ is een goed voorbeeld van hoe één idee of één wereld als basis kan dienen voor een heel netwerk van artistieke ervaringen, verspreid over een veelheid aan media. Net als veel andere transmediale projecten bevraagt en doorbreekt het project traditionele concepten en grenzen rondom aristieke processen en marketingmethodes: de verschillende elementen vestigen de aandacht op elkaar (met name op het uiteindelijke ‘eindproduct’: de voorstelling), maar hebben zelf ook een intrinsieke artistieke waarde. Een goed voorbeeld hiervan is de interactieve rijroute die Nevejan samen met een beeldend kunstenaar ontwikkelde voor Canta eigenaren die niet in staat waren om naar de voorstelling te komen. De route was gebaseerd op een wals uit de voorstelling, en liep dwars door Amsterdam. Wanneer de route volledig was afgelegd, hadden de Canta eigenaren niet alleen Amsterdam op een nieuwe manier ontdekt, maar ook de figuur van een Canta gereden op de plattegrond van de stad.
Het opvallende aan het project van Nevejan is dat de transmedialiteit geen vooraf gedefinieerd doel was, maar iets dat tijdens het maakproces ontstond uit de behoeftes en dromen van de makers en deelnemers. Dit maakte echter ook
dat de werkwijze van het project gaandeweg ontwikkeld moest worden en een eigen dynamiek moest krijgen. ‘Wie is de autoriteit?’, vraagt Nevejan zich af, in een echo van de ochtendpresentatie van Weijdom en Judkovskaja. In hoeverre heeft de artistiek leider van Het Nationale Ballet bijvoorbeeld iets te zeggen over een boek dat zijdelings van invloed is op de uiteindelijke voorstelling? In zekere zin zijn niet alleen de dansers en de Canta eigenaren twee verschillende groepen in het project; alle makers en deelnemers komen uit verschillende hoeken, en hebben verschillende wensen en expertises. Om deze veelheid in goede banen te leiden, is het volgens Nevejan noodzakelijk om traditionele ideeën van hiërarchie te doorbreken, en om ervoor dat iedereen zijn ego opzij zet voor het geheel. Of, zoals zij zelf zegt: ‘Om je eigen droom mogelijk te maken, moet je ieders droom mogelijk maken’.